“Wanneer twee monologen botsen: de kunst van echte dialoog”
Veel gesprekken lijken op elkaar: twee mensen praten, maar luisteren ze ook echt? Godfried Bomans vatte het treffend samen: “Heel wat gesprekken zijn slechts twee monologen, die proberen een dialoog te voeren.” Een scherpe observatie, en eentje die ons doet nadenken over hoe we met elkaar communiceren.
Een monoloog in een gesprek draait vaak om zenden: we willen ons verhaal doen, onze mening delen of onze standpunten verdedigen. Terwijl de ander praat, denken we al na over ons volgende punt, in plaats van écht te luisteren. Zo worden gesprekken een opeenvolging van woorden, zonder dat er echte verbinding ontstaat.
Een dialoog daarentegen vraagt om aandacht, empathie en openheid. Het is niet alleen spreken, maar ook stil zijn. Niet alleen je eigen punt maken, maar ook oprecht geïnteresseerd zijn in wat de ander te zeggen heeft. Het betekent luisteren zonder oordeel, vragen stellen en ruimte laten voor stiltes waarin gedachten kunnen rijpen.
Waarom zijn echte dialogen zo zeldzaam? Misschien omdat luisteren kwetsbaar maakt. Het betekent dat je je eigen ego tijdelijk opzij zet en de ander écht ziet. Maar juist in die kwetsbaarheid ontstaat begrip, verbinding en soms zelfs nieuwe inzichten.
De volgende keer dat je in gesprek bent, stel jezelf de vraag: ben ik aan het luisteren of alleen aan het wachten op mijn beurt om te praten? Misschien is de sleutel tot betere gesprekken niet meer praten, maar beter luisteren. Want alleen dan wordt een gesprek meer dan twee botsende monologen.