Art. 4. §1. Algemeen doel

Dit decreet heeft als doel:

  • bij te dragen aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor Europees beschermde natuur,
  • door de impact van stikstofdepositie op SBZ-H structureel en planmatig terug te dringen,
  • én een efficiënte en stabiele vergunningverlening te beogen.

§2. Emissiereductiedoelstellingen tegen 2030

Om de doelstellingen van §1 te realiseren, worden de ammoniakemissies en de NOx-emissies gereduceerd zodat de totale jaarlijkse emissie van het Vlaamse Gewest uiterlijk tegen 31 december 2030 beperkt is tot:

  • NOx: 21.800 ton NOx-N Reductie van 45,0% ten opzichte van 2015
  • NH3: 21.300 ton NH3-N Reductie van 40,3% ten opzichte van 2015

Opmerkingen:

  • De reducties worden berekend ten opzichte van de gerapporteerde emissies voor referentiejaar 2015 (VMM, artikel 2.10.4.1 van titel II van het VLAREM).
  • De totale emissie omvat alle emissiebronnen van het Vlaamse Gewest,
    behalve de emissies van vliegtuigen buiten de landings- en startcyclus (192.000 vliegbewegingen).
  • Indien de berekeningsmethodiek voor de jaaremissies 2015 of de prognoses 2030 wordt aangepast, kan de Vlaamse Regering de reductiedoelstellingen aanpassen, op voorwaarde dat:
    • een gelijkwaardige effectieve depositiereductie gerealiseerd wordt zoals oorspronkelijk beoogd.

§3. Sectorale emissiereducties door veehouderijen

Om de in §2 genoemde emissiereducties en een reductie van de varkensstapel met 30% te realiseren, gelden volgende sectorale doelstellingen:

  • Varkens en pluimvee in niet-AEA-stallen:
    • Reductie van de ammoniakemissies zodat de totale jaarlijkse stalemissie beperkt wordt tot:
      • 5701 ton NH3 voor varkens
      • 2089 ton NH3 voor pluimvee
    • Dit betekent een 60% reductie van ammoniakemissies.
  • Rundveehouderijen:
    • Reductie van de ammoniakemissies zodat de totale jaarlijkse stalemissie beperkt wordt tot:
      • 2794 ton NH3 voor vleesvee
      • 3271 ton NH3 voor melkvee
      • 438 ton NH3 voor mestkalveren
    • Dit betekent een reductie van:
      • 15% voor de deelsector vlees- en melkvee
      • 20% voor de deelsector mestkalveren