Het klinkt logisch : als familie help je mekaar als het druk is.
Vadertje staat vindt dit allemaal niet zo logisch.
In een eenmanszaak mag naaste familie mag helpen. Het is geen probleem dat je gratis geholpen wordt zolang het gaat om familie tot en met de tweede graad. Concreet gaat het dan om uw kinderen, (schoon-)ouders, (schoon)broers en (schoon)zussen.
Let er wel op : je mag niets betalen , zelfs geen onkostenvergoeding, want dan mag het niet meer.
Een vennootschap heeft geen familie. Een vennootschap (BV, NV, LV, CV ) kan er ook geen gratis hulp van familie zijn in een vennootschap. Wilt je vader of je zoon je komen helpen in je vennootschap, dan zit er dus niet anders op dan hem in te schrijven als werknemer (en dat is een kostelijke grap).
Soms schrijven ondernemers hun vader of zoon in als bestuurder om dit probleem met de sociale inspectie te omzeilen.
Hou er dan wel rekening dat je dan nog meer problemen op je nek kan halen: bestuurdersaansprakelijkheid, fiscale aangifte van de nieuwe bestuurder, gevolgen voor pensioenrechten (in geval van vader) of voor groeipakket en studiebeurs (in geval van zoon).
Wat zeg je niet zomaar bij sociale inspectie:
“Hij is vrijwilliger”.
Om van een “vrijwilliger” te kunnen spreken (de Wet op Vrijwilligerswerk), moeten immers volgende voorwaarden voldaan zijn:
- de persoon zet zich in voor een organisatie die geen winst nastreeft: een vzw
- de persoon doet dit onbezoldigd (een zeer beperkte onkostenvergoeding is wel mogelijk);
- de persoon doet dit vrijwillig.
“Hij is zelfstandig helper”
Zelfstandig helpers zijn zelf ook zelfstandigen
en dienen zich bijgevolg aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen
en sociale bijdragen voor zelfstandigen te betalen.
Bovendien aanvaardt de sociale inspectie alleen dat de zelfstandig helper bij dichte familie werkt.
“Hij is toevallig helper”
Dat kan, maar dan moet je goed antwoorden op de volgende vragen van de sociale inspectie.
Een toevallig helper kan immers
- niet meer dan 90 dagen per jaar werken als helper;
- beperkt tot occasionele en tijdelijke hulp (m.a.w. niet op regelmatige basis);
- de helper is ongehuwd en minder dan 20 jaar oud (uitzondering: studenten <25 jaar die kinderbijslag ontvangen)
- de helper is de echtgenoot van de geholpen zelfstandige.
“Hij is werknemer”
Dat is waarschijnlijk de meest haalbare optie, maar dan
- geldt een minimum loon, een arbeidscontract, een arbeidsreglement,
- en moeten er fiscale en sociale lasten betaald worden (met patronale bijdragen).
Op de meeste bedrijven gaat het goed, tot het goed fout loopt.
Indien je gecontroleerd wordt, neem dan direct na het controlebezoek contact op met een gespecialiseerd advocaat,
die de schade kan beperken. De advieskosten betalen zich zeker terug.
Ik ken een paar referentie-advocaten, die je kunnen helpen.
Zit je met een vraag?