Indien een bedrijfsleider/aandeelhouder geldt leent aan zijn vennootschap, dan kan de vennootschap interesten toekennen die voor haar in principe aftrekbaar zijn.
U moet hiervoor een marktconforme intrest hanteren.
Voor 2024 kan u een intrest aanrekenen van 8.02%.
Voor 2023 was dit 5.7%.
Let op: in heel veel bedrijven zie ik het omgekeerde.
De vennootschap leende geld aan de zaakvoerder.
Heel dikwijls beseft de zaakvoerder dit niet:
- Hij betaalde privéfacturen met de rekening van de vennootschap: de boekhouder boekt deze kosten NIET als bedrijfskosten maar als een lening van de vennootschap aan de zaakvoerder.
- De vennootschap stopte met loon uitbetalen, omdat daarom sociale bijdragen en inkomstenbelastingen moeten betaald worden en omdat die loonkost afgetrokken wordt van het bedrijfsresultaat.
- Door de vennootschap een lening te laten geven aan de vennootschap, blijven het balanstotaal en het bedrijfsresultaat hoger.
- Dit is gevaarlijk: de zaakvoerder heeft later meestal heel veel bruto loon nodig, om deze lening te vereffenen aan de vennootschap.
- Bedrijven die leningen moeten geven aan hun zaakvoerder, hebben een hoog risico op faling. Banken en zakelijke partners kijken dit na op je neergelegde jaarrekening.
Alles bij mekaar : je kan dus beter als zaakvoerder voldoende geld in je vennootschap storten als lening.