Mocht je iemand kennen in je familie, vriendenkring of buurt met financiële problemen, besef dat de impact van deze situatie op verschillende niveau’s.

Je doorverwijs naar hulp is dan noodzakelijk.

1. Gevolgen voor hun eigen welzijn

  1. Stress en angst:
    • Continu piekeren over financiële verplichtingen. Financiële achterstallen niet meer kunnen opvolgen wat leidt tot grotere kosten.
    • Angst voor faillissement en verlies van inkomen.
  2. Gezondheid:
    • Mogelijke toename van fysieke gezondheidsproblemen (bijv. hoge bloeddruk, hartproblemen).
    • Psychische problemen zoals depressie en burn-out. Kleine oplosbare problemen leiden tot onomkeerbaar drama.
  3. Werkprestatie:
    • Verminderde productiviteit door verminderde concentratie. Steeds harder werken zonder organisatie.
    • Slechtere beslissingen door verhoogde stressniveaus. Impulsbeslissingen zonder visie
  4. Levenskwaliteit:
    • Verminderde mogelijkheid om te investeren in persoonlijke ontwikkeling en ontspanning. De boog blijft gespannen, tot hij kraakt.
    • Beperkingen in persoonlijke uitgaven, wat leidt tot een verminderde levensstandaard.
  5. Sociale relaties:
    • Spanningen in relaties met vrienden en (schoon-)familie door verhoogde stress en mogelijke financiële afhankelijkheid.
    • Geen tijd meer om vrienden te ontmoeten, die je kunnen helpen inspireren.
    • Mogelijke isolatie door schaamte of angst om financiële problemen te delen.

2. Gevolgen voor hun gezin

  1. Financiële druk:
    • Verlies van secundaire inkomensbronnen.
    • Noodzaak om bezuinigingen door te voeren op huishoudelijke uitgaven. Winkelen met de rekening in het rood is overleven.
  2. Relaties en dynamiek:
    • Spanningen tussen partners over geldbeheer en toekomstplannen.
    • Kinderen kunnen de spanning voelen, wat hun emotionele en schoolprestaties kan beïnvloeden. Deze impact heeft grote impact op hun toekomst.
  3. Gezondheid en welzijn:
    • Gezinsleden kunnen stressgerelateerde gezondheidsproblemen ontwikkelen.
    • Beperkte toegang tot gezondheidszorg door financiële beperkingen. Door achterstal sociale bijdragen geen toegang meer hebben naar huisarts of ziekenhuis.
  4. Onderwijs en ontwikkeling:
    • Beperkte middelen voor onderwijs en sociale activiteiten voor kinderen.
    • Verminderde kansen op persoonlijke en professionele ontwikkeling voor gezinsleden.

3. Gevolgen voor hun sector

  1. Concurrentiepositie:
    • Verlies van marktaandeel aan financieel stabielere concurrenten.
    • Negatieve invloed op innovatie en productontwikkeling.
  2. Werknemersmoraal:
    • Verminderde motivatie en productiviteit van werknemers door onzekerheid over hun baan. Dit kan leiden tot ernstige conflicten.
    • Toename van ziekteverzuim en personeelsverloop. Personeelsadministratie niet meer in orde.
  3. Reputatie:
    • Verlies van vertrouwen van klanten en leveranciers.
    • Negatieve publiciteit kan de imago beïnvloeden.
  4. Leveranciersrelaties:
    • Moeilijkheden bij het onderhandelen over gunstige contractvoorwaarden. De aankoopprijzen stijgen met de dag.
    • Mogelijke betalingsachterstanden leiden tot een verlies van vertrouwen van leveranciers.
  5. Investeringen:
    • Niet meer kunnen voldoen aan alle nieuwe maatschappelijke eisen.
    • Verminderde bereidheid van investeerders om kapitaal te verstrekken.
    • Beperkingen op groei en expansiemogelijkheden door gebrek aan financiering.

4. Gevolgen voor de maatschappij

  1. Economische impact:
    • Verlies van banen door bedrijfssluitingen, wat leidt tot hogere werkloosheid.
    • Verminderde belastinginkomsten voor de overheid en sociale kas,  wat publieke diensten kan beïnvloeden.
  2. Sociale gevolgen:
    • Toename van armoede en economische ongelijkheid.
    • Mogelijke toename van criminaliteit door economische onzekerheid.
  3. Gezondheidszorg:
    • Hogere druk op de publieke gezondheidszorg door toename van stressgerelateerde aandoeningen.
    • Verminderde toegang tot gezondheidszorg voor mensen in financiële nood.
  4. Gemeenschapsimpact:
    • Verminderde steun voor lokale gemeenschapsprojecten en non-profitorganisaties.
    • Verlies van sociaal kapitaal door afname van bedrijvigheid en gemeenschapsbetrokkenheid.
  5. Onderwijs:
    • Beperkte middelen voor scholen en educatieve programma’s.
    • Verhoogde schooluitval onder kinderen uit financieel getroffen gezinnen.

Hulporganisaties die dankzij de Vlaamse subsidie, gratis steun kunnen geven. 

Interesse in een workshop ? 

Geen tips meer missen?

Schrijf je in op de nieuwsbrief.

Je privacy is 100% gegarandeerd.