Wanneer de grootste rebel binnen je organisatie je de les komt spellen, kan je iets leren.
Het zal je maar overkomen.
Het is hartstikke druk en een medewerker stuikt binnen in je kantoor met veel kritiek.
Je hebt alle emotionele intelligentie nodig om dit aan te kunnen.
Het goede nieuws is, dat de medewerker zich betrokken voelt.
Dat hij of zij de moeite doet om iets te melden, is een pluspunt.
Denk je dat al die stille medewerkers even betrokken zijn?
Of zijn ze aan het overleven op je payroll?
Als je tijd maakt om te luisteren, kan je dingen vernemen, die je nog niet wist.
De rebel is een gunst voor de organisatie, want hij/zij toont betrokkenheid en de wil om iets te verbeteren.
Vorm, stijl en woordenschat doen er even niet toe: hij/zij is al tevreden dat je geluisterd hebt.
Je hoeft niet onmiddellijk te antwoorden of te reageren.
‘Ik ga daarover nadenken’ of ‘Kunnen we daar morgen of volgende week verder over praten? ‘ is even zinvol.
Dit geeft je tijd om de klachten te verifiëren of valideren.
Hou je wel aan die afspraak: anders loop je het gevaar dat ze nooit meer komen.
Een klacht zonder oplossingen helpt je niet vooruit.
Vraag de medewerker hoe hij/zij zelf een oplossingen kan aanreiken.
Ooit vroeg een leidinggevende me: ‘Je mag me alle problemen komen vertellen, maar je moet wel minstens 3 oplossingen meegeven.
Ik zal dan wel kiezen welke oplossing best past’.
Het leerde me eerst met het team te overleggen om mijn voorstellen goed voor te bereiden.
Een rebel die nooit gehoord wordt, verliest zijn/haar motivatie.
Iemand die je organisatie wil verbeteren, wil impact zien.
- Ofwel gaat hij/zij zich verstoppen en dit kan je bedrijf veel geld kosten
- Ofwel verlaat die medewerker de organisatie :
Vraag je dan af hoe hij/zij dan ambassadeur voor je organisatie zal zijn na het ontslag.
Krijg je geen opmerkingen van medewerkers? Dan klopt er iets niet.
Vraag je dan of ze niet (mentaal) je onderneming verlaten (hebben).
Dit is een groot gevaar: op de duur genieten ze van zaken die fout lopen, als bevestiging van hun eigen mening:
‘We hadden het al zo dikwijls gezegd, maar hij wou niet luisteren’.
‘Loontje komt om zijn boontje’.